Maven Publishing

Waarom kinderen massaal op de Partij voor de Dieren zouden stemmen

Waarom kinderen massaal op de Partij voor de Dieren zouden stemmen

Door: Jeroen Pen

In aanloop naar 17 maart delen we hier recente wetenschappelijke inzichten die een nieuw licht werpen op de verkiezingen. Vandaag: op welke partij zouden kinderen stemmen?

'Welk Nederland willen we doorgeven aan volgende generaties?' luidt een veelgestelde vraag in campagnetijd. Misschien met uitzondering van de 50PLUS-partij is de ondertoon van het antwoord van links tot rechts: de jeugd heeft de toekomst, en alleen een volstrekte bruut zou zich niet over ze ontfermen.

Nu we (gelukkig) steeds minder óver bevolkingsgroepen spreken, maar steeds meer mét de direct betrokkenen, is het op z’n minst een gedachte-experiment waard: wat zou er gebeuren als je kinderen zelf aan het woord laat? Op welke partij zouden ze stemmen, en welk dossier zou prioriteit krijgen? Omdat een door mij in alle haast ingelaste peiling onder twee achtjarigen niets opleverde, keek ik naar de wetenschap voor aanwijzingen.

Zo stuitte ik in Psychological Science op dit in december verschenen onderzoek, dat weliswaar geen concreet antwoord biedt op de vraag wat kinderen zouden stemmen, maar wel een indicatie geeft. Net als politiek gaat deze studie namelijk om het maken van ingewikkelde morele keuzes.

Kinderen kregen de volgende vraag voorgelegd:

Als je moet kiezen tussen honderd dode honden of één dood mens, wie red je dan? 

Onderzoekers legden de vraag voor aan zowel volwassenen als vijf- tot negenjarigen, en stuitten op een diepe generatiekloof. In tegenstelling tot hun (groot)ouders maken kinderen namelijk amper onderscheid tussen mens- of dierenlevens. Van de volwassen mensen zei het merendeel (61 procent) liever één soortgenoot te redden dan honderd viervoeters. De kinderen kozen daarentegen massaal voor de honden (71 procent). Zelfs toen de vraagstelling werd veranderd naar de keuze tussen het redden van één hond of één mens, koos slechts eenderde van de kinderen voor optie twee.

(De verschillen tussen kinderen en volwassenen bleven ook bestaan toen in de vraagstelling honden werden vervangen door varkens.)

Zo beschouwd komen we als dierenvrienden ter aarde, en is naastenliefde grotendeels een gesocialiseerde eigenschap, in het onderzoek aangeduid als een ‘aangeleerde en geïnternaliseerde ideologie’. In onze tienerjaren zouden we doordrongen raken van het idee dat de ene soort superieur is aan de andere. Kinderen, nog niet geïndoctrineerd met het zogeheten ‘speciesism’, hebben daar geen last van. Zij vinden een dierenleven vaak evenveel waard als dat van een mens. 

Waarmee de vraag welke partij de kinderverkiezingen zou winnen in ieder geval gedeeltelijk beantwoord is. 

Gefeliciteerd Esther Ouwehand, jullie zijn de grootste! 


Foto: Donnie Ray Jones/Flickr/CC

Maven Publishing